Gebouwen moeten van het aardgas af om de landelijke klimaatdoelstellingen te halen. Het klimaatakkoord is daar duidelijk over. De gasaansluitplicht voor nieuwbouw is afgeschaft, maar een goed instrumentarium om de bestaande bouw van het gas af te halen, ontbreekt. En dat wringt bij gemeenten. Zij hebben immers wel de verantwoordelijkheid, maar kunnen de regie niet pakken. Om die reden pleiten gemeenten aan de klimaattafel voor meer doorzettingsmacht. De VNG heeft eind oktober in een brief aan de Tweede Kamer hiervoor aandacht gevraagd. Met die doorzettingsmacht kunnen gemeenten warmte-alternatieven opdringen.
Een verplicht warmtealternatief betekent een stap terug in de tijd. De liberalisering van de energiemarkt en de keuzevrijheid van de consument wordt zo de nek omgedraaid. Tegelijkertijd is doorzettingsmacht wel noodzakelijk om de wijkaanpak te realiseren. Hoe kunnen die twee met elkaar verenigd worden? Dat kan door de gemeenten meer zeggenschap te geven over de taken van de netbeheerder én open regionale warmtenetten met een onafhankelijk netbeheer. Aanpassing van de energie wet- en regelgeving is hiervoor noodzakelijk. Ik licht dat toe.
Beperking wettelijke taak netbeheerder
Het afschaffen van de aansluitplicht in de Gaswet beperkt de wettelijke taak van de netbeheerder enorm. Gelijktijdig hiermee hebben gemeenten de bevoegdheid gekregen om gebieden aan te wijzen, waardoor de netbeheerder alsnog nieuwbouw binnen die gebieden moet aansluiten. In de kern heeft die wetswijziging tot gevolg dat sprake is van ‘decentralisatie van de energievoorziening’. Gemeenten bepalen immers de omvang van de taak van de netbeheerder. Deze decentralisatie past goed binnen het algehele rijksbeleid, waarin het rijk grote opgaves – zoals de zorg en de Omgevingswet – steeds vaker decentraal belegt.
Decentralisatie
Ook voor het (aard)gasloos maken van de bestaande bouw is decentralisatie de oplossing. Hoe gaat dat werken? Momenteel moet de netbeheerder zorgen dat het aardgasnet geschikt is om het gas te transporteren naar gebouwen. Deze transportverplichting brengt met zich mee dat de netbeheerder die netten moet onderhouden en zo nodig moet vervangen. Aangeslotenen hebben dus recht op gas. Dat belemmert de gemeentelijke regierol. Regel in de Gaswet dat de gemeenteraad gebieden kan aanwijzen waar de netbeheerder niet langer gas mag transporteren. In zo’n gebiedsaanwijzingsbesluit moet ook voorzien worden in een haalbaar en betaalbaar warmte-alternatief. Deze decentralisatie geeft invulling aan de benodigde doorzettingsmacht.
“Voor de invulling van het warmterecht is keuzevrijheid noodzakelijk.”
In tegenstelling tot de behoefte van gemeenten, ben ik niet van mening dat de consument verplicht moet worden om dit alternatief te accepteren. Voor de invulling van het warmterecht is keuzevrijheid noodzakelijk. Anders is niet langer sprake van een recht, maar van een plicht. Dat heeft twee gevolgen. Als de gemeente een warmtenet aanlegt dan heeft de consument de mogelijkheid om daarop aan te sluiten of daarvan af te zien en te kiezen voor een individuele all electric oplossing. Het tweede gevolg is dat bij aansluiting op het warmtenet de consument de leverancier kan kiezen. Dat zorgt voor een concurrerende energiemarkt en sluit aan bij de redenen om destijds de gas- en elektriciteitsmarkt te liberaliseren.
Ik ben me ervan bewust dat dit voor de haalbaarheid van warmtenetten een knelpunt kan zijn. Dat pleit voor open regionale warmtenetten en onafhankelijk beheer van de warmte-infrastructuur, zodat nieuwe warmteleveranciers geen markttoetredingsnadelen ondervinden. In aanvulling daarop is ook het ontwikkelen van een model waarin met concessies wordt gewerkt een goed idee. Door periodiek de concessie op de markt te zetten blijft de concessiehouder een prijsprikkel houden. Naast keuzevrijheid voor de consument ontstaat zo een eerlijk concurrentieveld met lagere tarieven. Dit beperkt de maatschappelijke kosten.
Met dit voorstel krijgen gemeente de regie op de warmtetransitie. In de transitievisie warmte wijzen gemeenten, in overleg met inwoners en de netbeheerder, aan wanneer welke wijk van het gas afgaat en wat het alternatief wordt. Dit geeft invulling aan het warmterecht, zonder dat sprake is van gedwongen winkelnering. De einddatum geeft duidelijkheid aan alle partijen. Dat geeft inwoners ook de tijd om maatregelen te treffen als zij kiezen voor een individuele oplossing. Deze balans tussen doorzettingsmacht en keuzevrijheid is hard nodig. Draagvlak is immers niet vanzelfsprekend maar wel hard nodig om de klimaatdoelstellingen te halen.
Bron: Erik Visser (Consultant bij AT Osborne)