Technologische ontwikkelingen versnellen in alle industrieën en vertonen geen tekenen van afremming. Met de komst van slimme gebouwen c.q. ‘Smart Buildings’ wordt ook de vastgoedsector met deze beweging geconfronteerd. Wat zijn de laatste en toekomstige ontwikkelingen? Wie zijn de stakeholders en wat is de toegevoegde waarde voor alle partijen? Tijdens de BouwRegieNetwerk meetup ‘Smart Buildings: meer dan technologie’ (zie deze link voor het programma) gingen diverse experts in op de bovenstaande vragen. Mede naar aanleiding van deze meetup deelt Maarten Zwemmer, Senior Manager bij Brink Management, zijn visie op het ‘Smart Buildings’ concept.
Ook voor ‘Smart Buildings’ geldt: START WITH WHY
We schuiven op naar een informatie- gebaseerde sector. Het tempo van deze ontwikkelingen verloopt exponentieel. Om hierin voorop te lopen moeten we stappen maken: processen anders inrichten en slim gebruik maken van technologie en informatie. Gebouwen zijn tegenwoordig waardevolle bronnen van data. Daar zijn we het wel over eens. Maar aan welke strategische vragen draagt het verzamelen van data bij? En hoe analyseer je deze data? Met welke technieken? En hoe presenteer je dit bijvoorbeeld aan je eigen organisatie, de klant, de gebruiker, gebouweigenaar? De focus lijkt nu vooral te liggen op het vergaren van data, vooral via sensoren. Dat klinkt hip, innovatief, en handig gemarket als ‘smart buildings‘. De strategische implicatie komt later. Ik vind dat je juist moet beginnen met de strategische vraag. Op 18 februari 2020 was ik op het kantoor van Microsoft op Schiphol te gast bij het praktijk seminar ‘Smart Buildings: meer dan data en techniek’ van het BouwRegieNetwerk. Mijn visie lees je hieronder. Laat vooral jouw gedachten hierover achter in de comments of neem contact op.
Begin met wat je hebt
We gebruiken data vooral om inzicht te krijgen in de huidige situatie. Van bijvoorbeeld inzicht in het bezit op portefeuille- niveau, tot inzicht in de prestatie van de installaties, bezetting van ruimten. Ik geloof dat we in de toekomst deze data kunnen gebruiken om diagnoses te stellen en voorspellende analyses te doen. De voorbeelden, ook tijdens het seminar, blijven echter nog vergezichten, waar we overigens wel met hoge snelheid naartoe werken. Wat duidelijk wordt is dat het ‘waarom’ van smart building, gaat om het realiseren van een happy building. Een omgeving die gezond is, waar je prettig werkt, verblijft en productief bent.
Gevoel van geluk
Een happy building begint met een goed (huisvestings)concept. Een concept dat past bij de doelstellingen van de organisatie. En dus niet zozeer met het gebruik van sensoren of feedback systemen. Het nieuwe huisvestingsconcept van Microsoft is strak neergezet en wordt nauwlettend doorgevoerd. Met veel meer openbare delen en ontmoetingsruimtes, en veel minder ruimte voor bureauwerk. Om het concept te laten slagen heeft men omgangsregels afgesproken, zogenaamde ‘rituals’. Ook is het gebouw volgehangen met sensoren en feedbacksystemen. De software weet of het druk is, zodat men kan beslissen om thuis of elders te werken. Het concept is nu 1 jaar in gebruik, en levert een mooie case op om de data in te zetten en diagnoses uit te voeren, te leren, en te verbeteren.
Daarnaast moet een happy building comfort bieden en beschikken over een deugdelijke (klimaat) installatie. Een opgave op zich. Moderne (klimaat)installaties hangen vaak vol met sensoren en regelaars die elkaar tegenwerken. Iedereen kent de voorbeelden van radiatoren die aanstaan, terwijl de airco aanstaat. Maar met het simpelweg ophalen van de data uit sensoren, koelmachines of luchtbehandelingskasten ben je er nog niet. Hiervoor zijn slimme analysetools en -technieken nodig. Iets wat vroeger via een stooklijn en een thermostaat verliep, wordt nu een “big-data” vraagstuk. Ook hier begint het met een analyse van de huidige situatie. Bijvoorbeeld inzicht in welk deel de installatie koelt en welk deel tegelijkertijd verwarmt. Het gesprek met een installateur over de daadwerkelijke technische implementatie vormt het vervolg. Inzicht maakt verbeteringen mogelijk en leidt tot minder energie gebruik.
Dream big, start small
Op gebouw- niveau komt data voorlopig vooral uit Excelbestanden, met informatie uit gebouwbeheersystemen of facilitymanagement software. Sensoren zijn aanvullende bronnen om inzicht te krijgen in het functioneren van een gebouw. Wanneer je dit verrijkt met feedback van gebruikers (u kent vast de smileys in toiletruimten op Schiphol), informatie over feitelijke bezetting en gebruik, ontstaat nog veel meer data. Ik herken de voorbeelden om op basis hiervan beslissingen te nemen. Bijvoorbeeld de beslissing om toiletgroepen vaker schoon te maken, of de inkoop van de kantine te optimaliseren, of installaties anders in te richten. Kleine initiatieven die het potentieel van data laten zien, maar echte strategische meerwaarde nog niet. Ik ben ervan overtuigd dat we snel tot deze grote veranderingen komen. Hiervoor moeten we werelden bij elkaar brengen. Aan de ene kant de klant, zijn vraag, zijn strategische behoefte. Aan de andere kant de beschikbare data en de beschikbare analyses, tools en technieken.
Ik blijf gefascineerd door de combinatie van techniek, data, en innovaties in onze sector. En hoe deze onderwerpen bouw- en vastgoedprocessen kunnen verbeteren. Mijn uitdaging zit aan de strategische kant, met de waaromvraag in mijn achterhoofd. Niet vanuit het idee dat we alles maar moeten verzamelen over gebruikers en gebouwen. Discussieer vooral mee in de comments en neem contact met mij op wanneer je hierover wil doorpraten.
Meer informatie ontvangen over Smart Buildings
Wenst u op de hoogte gehouden te worden over dit en andere thema’s? Stuur een bericht met uw contactgegevens naar secretariaat@ppsnetwerk.nl. Uw vragen betreffend dit opiniestuk kunt u per e-mail direct richten aan Maarten Zwemmer via m.zwemmer@brink.nl