
Aanbouw tweede Coentunnel
Vanmiddag presenteerde professor Joop Koppenjan van de Erasmus Universiteit zijn onderzoek in opdracht van Bouwend Nederland en Rijkswaterstaat naar 15 jaar DBFM in Nederland. Zijn hoofdconclusie was dat de PPS-projecten in de infra het aanmerkelijk beter hadden gedaan dan het beeld dat de laatste tijd nogal eens is geschetst: “Heel veel projecten zijn buitengewoon goed verlopen alleen blijken mensen zich vaak nogal te focussen op de negatieve uitzonderingen waardoor dat succes onderbelicht wordt”.
Arend van Wassenaer ging met zijn gasten Michèle Blom (RWS), Maxime Verhagen (Bouwend Nederland), Jessie van der Linden (RWS), Joep Rats (Bouwend Nederland) en Errol Scholten (EY) met Joop Koppejan in op de resultaten van het onderzoek. Een aantal van de highlights waren:
- De DBFM projecten scoren heel goed op tijdigheid en beschikbaarheid;
- Kwaliteit van de projecten soms negatief beïnvloed door de tijdsdruk;
- Financiële performance iets minder dan DC maar beter op (gebrek aan) meerkosten;
- Goede optimalisaties, positieve product- en procesinnovaties en gaandeweg meer flexibiliteit en betere risicobeheersing o.a. via betere samenwerking;
- De ‘F’ heeft overwegend een positief effect gehad op de projectdiscipline.
Het feit dat RWS gedurende een langere periode een reeks projecten in DBFM op de markt heeft gebracht, heeft geresulteerd in een professionele PPS-gemeenschap die daarmee grote projectervaring heeft opgedaan. Nu de dealflow op dit gebied bij RWS is gestokt, bestaat het gevaar dat er veel expertise verloren gaat. Errol Scholten: “Nederland is toonaangevend geworden op PPS gebied vooral door dat programmatisch werken en we krijgen talrijke verzoeken vanuit het buitenland die graag van onze ervaringen wil leren dus we moeten onze mensen en kennis nu niet weg laten lopen”. Hij somde vervolgens op wat PPS concreet heeft betekend:
- Beter begrip tussen opdrachtnemers en opdrachtgever: beter leren samenwerken;
- Betere risicobewustheid als gevolg van meer transparantie tussen partijen;
- Transparantie in cost of ownership;
- Beter inzicht in kostenflexibiliteit;
- Betere verkenning en toepassing van andere gezichtspunten uit andere sectoren;
- Hogere ‘latlegging:’ leren van elkaar en steeds meer professionaliteit in de projecten;
- Geïntegreerde aanpak.
Op de vraag wat dit voor DBFM/PPS betekent, antwoorde Jessie van der Linden: “Ik ben het eens dat het zonde zou zijn om de opgebouwde kennis en kunde nu te verliezen. Wij kijken echter in de eerste plaats naar de projecten en de organisaties: welke contractvorm past daar het beste bij? Als dat PPS is, is dat daarom en dus niet -zoals in het verleden- omdat we alleen PPS willen doen”. Errol Scholten: “De trends die we zien zoals ‘infra as a service’ vragen om slimme contractvormen zoals PPS. Ik zou zeggen: Keep the good, improve the bad. We hebben veel uitstekende ervaringen opgedaan en ook ontwikkelingen zoals ‘2 fase aanbestedingen’ kunnen partijen helpen om risico’s e.d. beter met elkaar te managen.”
Wij onderschrijven het leeuwendeel van de bevindingen van de Erasmus Universiteit. Ook wij stellen dat DBFM geen panacee is en dat een contractvorm de logische resultante moet zijn van het onderliggende project en de (eigenschappen en gekozen visies van de) betrokken organisaties. Dossiers zoals verduurzaming, mobiliteit en wonen/werken worden elke dag complexer en krijgen steeds meer te maken met dynamiek. Oplossingen tenderen naar ‘as a service’ formules die sterk ICT gedreven zijn. Dat maakt samenwerking (en dus PPS-vormen) tussen overheid en bedrijfsleven steeds belangrijker. Op weg naar PPS 2.0 dus.
Er werd door een aantal aanwezigen opgemerkt dat veel PPS projecten nog jaren doorlopen en het wat dat betreft interessant is te kijken hoe de projecten het in de maintenance fase doen. In dit kader verwijzen we graag naar het onderzoek dat PPS Netwerk Nederland met RWS en de marktpartijen juist op dit moment doet naar de ervaringen in die fase. De resultaten daarvan komen eind november a.s. beschikbaar. Wilt u het rapport 15 jaar DBFM met de gedetailleerde onderzoeksinformatie ontvangen? Download dat dan via deze link >>.