Interview met Jeroen den Uyl, grondlegger van APPPLE, over de noodzaak van een droom bi integrale gebiedsontwikkeling
Het wordt in Nederland steeds lastiger om gebieden te ontwikkelen. De invulling van te (her)ontwikkelen gebieden wordt steeds complexer en de exploitatie lastiger. Dit nog afgezien van de actuele ontwikkelingen, waardoor integrale gebiedsontwikkeling een onmogelijke opgave lijkt. Jeroen den Uyl is als grondlegger van APPPLE, een kennis community voor professionals die werken op het snijvlak van publiek en private vraagstukken, al vanaf 2004 zeer nauw betrokken bij integrale gebiedsontwikkeling. Jeroen propageert dat bij gebiedsontwikkeling een droom nodig is. Wat is zijn visie op de huidige opgaven? Wat moet een gemeente doen om tot een integraal plan te komen?
Je geeft aan dat we bij integrale gebiedsontwikkeling moeten dromen. Dat klinkt nogal zweverig.
“Als je niet droomt, komt er nooit een visie. Juist bij gebiedsontwikkeling is het belangrijk om te dromen. Sterker nog, wanneer je niet een zekere mate van naïviteit hebt, blijft alles bij het oude. Daar is alleen wel enige durf voor nodig. Het doel moet zijn om samen iets moois te maken. Een krachtige droom zet processen in gang en zorgt ervoor dat we niet blijven hangen bij de waan van de dag.”
Dat klinkt mooi, maar kun je dit wat concreter maken?
“Je ziet dat er veel uitdagingen zijn waar we als samenleving voor staan. En de huidige ontwikkelingen zijn ook niet echt bevorderlijk om veranderingen in gang te zetten. Externe belemmeringen als de huidige stikstofcrisis, de hoge inflatie, dure en schaarse grondstoffen, de energietransitie, de woningnood, en zo kan ik nog wel even doorgaan, zorgen ervoor dat het steeds lastiger wordt.
Om situaties waar we ons nu in bevinden vlot te trekken, is een droom juist een noodzakelijk bindmiddel. Als de gemeente Zoetermeer 15.000 woningen wil bouwen in het bestaande groen, dan heeft ze een droom nodig om daar een integrale opgave van te maken.”
“Om situaties waar we ons nu in bevinden vlot te trekken, is een droom juist een noodzakelijk bindmiddel.”
Hoe pakt -in dit geval- een gemeente dit aan? Wat moet zij doen om tot een integraal plan te komen?
“Het is een vereiste dat de actoren zelf in de grotere droom geloven. In de praktijk zul je zien dat als je zelf durf toont, anderen ook durven. Je moet voorkomen dat je je als gemeente laat leiden door onderbuikgevoelens en de waan van de dag. Ga de wijk in en durf écht te praten met de inwoners; luister wat er leeft, zodat de echte problematiek op tafel komt: maak contact met de pijn. Voel de pijn en open je hart. Door juist die realiteit helder te krijgen, kun je je droom definiëren. Een serieuze bottom-up aanpak is echt een must. Hoewel het vaak lijkt dat de bewoners erbij betrekken niet veel oplevert, is het toch belangrijk om door te zetten. Je krijgt pas een goede omgevingsvisie als je aan de slag gaat met de echte problemen van de inwoners.
Om op Zoetermeer terug te komen: Een droom die gestoeld is op wat de mensen willen. Dan lukt het om kwaliteit toe te voegen, met draagvlak. En dan vermijd je losse projecten waar veel weerstand tegen is en die vaak ook afbreuk doen aan het karakter van de gemeente.”
Hoe zorg je ervoor dat alle partijen mee willen doen bij het realiseren van een droom?
“Een droom is makkelijker te formuleren als er een goede aanleiding is. Als je te maken hebt met bijvoorbeeld veel armoede in een wijk of gedeelte van de stad, met alle gevolgen van dien, dan is het makkelijker om partijen bij elkaar te krijgen. Het is dan een stuk eenvoudiger om alle stakeholders met hun eigen doelen en belangen op één lijn te krijgen en is er ruimte om te denken in oplossingen. Je maakt als het ware de koek groter door beter aan te sluiten op de verschillende belangen.
Als je een gezamenlijke droom formuleert en er echt sprake is van een integrale aanpak, dan is sociale beweging en vitaliteit daar ook altijd een onderdeel van. Bewoners zullen daardoor een gezonder leven hebben. Investeringen in een gebied kunnen bijvoorbeeld ook een kans zijn om een opleiding te volgen of om werk te krijgen waarmee mensen hun schulden kunnen afbouwen. Mogelijk wordt ook de zorg minder belast als mensen meer inkomen krijgen. De sociale cohesie en veiligheid nemen toe en de eenzaamheid vermindert.”
“Je krijgt pas een goede omgevingsvisie als je aan de slag gaat met de echte problemen van de inwoners.”
Het betrekken van de inwoners klinkt mooi, maar wordt toch vaak ingezet op het moment dat de plannen er al liggen en de beslissingen eigenlijk al genomen zijn?
“Een krachtig bestuur is bijzonder belangrijk. Iemand moet de leiding nemen; een wethouder, een sterke ambtenaar, ik noem dat ook weleens gekscherend een ‘klonterpersoon’. Een persoon die de belangen van alle stakeholders in de gaten houdt. Een mooi voorbeeld vind ik bijvoorbeeld Riek Bakker. Zij is een bekende stedenbouwkundige en is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de Kop van Zuid in Rotterdam. In alles wat zij doet en deed neemt zij de mens als uitgangspunt; ze is transparant en neemt de leiding.
Leiderschap is sowieso een vereiste om een droom te realiseren. Voor de lege Binnenstad van Rotterdam was er ook zo’n man, wijlen Bram Peper. Hij zette het doel om de binnenstad vibrerend en levendig te maken door het extreem te verdichten. Het Nieuw Rotterdam, verdichten en de hoogte in, dat werd het motto. Er was geen jaartal aan verbonden. Maar er werd gestaag aan gewerkt. De eerste torens waren al hoog, de latere nog veel meer. Deze visie heeft sinds eind jaren zeventig van de vorige eeuw Rotterdam volledig getransformeerd.”
Hoe kun je een droom definiëren als je niet in de toekomst kunt kijken? In de loop van de jaren kan er immers veel veranderen.
“Het helpt om in je droom een hard getal te noemen. Je zet daarmee jezelf en iedereen die door de droom wordt aangesproken op scherp. Bij de Kop van Zuid van Riek Bakker was het doel op zich concreet. Er lag een hogere ambitie achter: heel Rotterdam-Zuid als welvarend deel van de stad. Hoewel er geen jaartal aan was verbonden, werd er toch gestaag aan gewerkt. Er zijn iconische projecten zoals de Erasmusbrug gerealiseerd die als mijlpaal en als hefboom dienen. Twintig jaar later zien we dat er nog steeds aan gewerkt wordt met het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid. In dat programma worden wel aantallen genoemd van te slopen of te transformeren woningen.
Het helpt ook van een lange termijn uit te gaan. Langer dan een bestuursperiode zodat je bestuurlijke wisselingen overkomt. En waarmee je kan meezeilen op het (economisch) tij. Een lange termijn benadrukt de hoge ambitie en die realiseer je niet in een korte periode. Daar heb je echt wel even tijd voor nodig. “
“Een lange termijn benadrukt de hoge ambitie en die realiseer je niet in een korte periode.”
Wat is de ideale periode van een droom?
“Tien jaar vind ik zelf een mooie termijn. Je voorkomt daarmee dat je wordt afgeleid door politieke wisselingen. Met een termijn van tien jaar overbrug je minimaal twee bestuurdersperiodes en bijbehorende politieke wissels. Ook het economisch tij zal in die tien jaar veranderen; soms zit het mee, soms zit het tegen. In tien jaar heb je tijd en rust om te leren en het anders te doen.”
Tot slot. Wat is jouw eigen droom?
“Ik zou graag een wijk willen ontwerpen, waarbij de inwoners samen de wijk creëren. Dat ze eigenaarschap nemen op alle vraagstukken die op tafel komen. Dat ze met elkaar het bestuur regelen van de voorzieningen in de verschillende leefgebieden, een soort gemeenschapswijk. En dat de instituten, zoals investeerders, energiepartijen, gemeente, woningcorporaties dar dienstig aan zijn. Dan zijn alle stakeholders écht gelijkwaardige partijen.”
Uitgelichte activiteiten bij dit thema
PPS Netwerk Nederland organiseert regelmatig initiatieven rondom de thema’s vraagarticulatie, contractmodellen, selectie, projectrealisatie en exploitatie met intervisies, onderzoek, opleidingen, seminars, data voor ca. 20.000 professionals in de bouw, zorg, ICT, verduurzaming, infrastructuur en mobiliteit. Informeer naar de mogelijkheden via secretariaat@ppsnetwerk.nl / 030 – 30 39 760. Of blijf op de hoogte en meld u aan via dit formulier >> of meld u aan voor de onderstaande events:
Masterclass Gebiedsontwikkeling: Durf te dromen!
In gebiedsontwikkeling kom je vele partijen tegen. Vaak hebben die stakeholders een beperkte blik en wordt samenwerken daardoor ingewikkeld terwijl een goede samenwerking uiteindelijk juist de jeu voor het gehele plan is. Wil je die samenwerking goed organiseren, meld u dan aan voor masterclass Gebiedsontwikkeling: Durf te Dromen op donderdag 22 november 2022 in Driebergen.
Wat leer je? Deze masterclass leert je hoe een ‘droge samenwerking’ jeu kan krijgen waardoor deze ook in dynamische omgevingen overeind blijft. Hoe je die grote droom dus als bindmiddel voor langjarige samenwerking tussen een groot aantal partijen kunt inzetten. Je werkt met een diverse groep. Je kunt desgewenst je eigen project daarbij inbrengen/voorleggen.