[caption id="attachment_5939" align="alignleft" width="200"] Henk Nieboer (EcoShape)[/caption] De natuur kan decentrale overheden enorm helpen bij het realiseren van opgaven. Daarvoor moet anders worden gedacht en zullen partijen die elkaar nog onvoldoende kennen, elkaar moeten ontmoeten. EcoShape ontwikkelt en deelt kennis over Building with Nature in de waterbouw: Een nieuwe manier van ontwerpen die de natuur benut, waardoor tegelijk kansen voor economie, natuur en maatschappij ontstaan. Wij spraken met Henk Nieboer (directeur ECoShape) over de kansen die het concept biedt voor het creëren van klimaat-adaptieve steden en regio’s en hoe overheden op centraal en decentraal niveau hierop op in kunnen spelen.…
[caption id="attachment_5939" align="alignleft" width="200"] Henk Nieboer (EcoShape)[/caption]
De natuur kan decentrale overheden enorm helpen bij het realiseren van opgaven. Daarvoor moet anders worden gedacht en zullen partijen die elkaar nog onvoldoende kennen, elkaar moeten ontmoeten.
EcoShape ontwikkelt en deelt kennis over Building with Nature in de waterbouw: Een nieuwe manier van ontwerpen die de natuur benut, waardoor tegelijk kansen voor economie, natuur en maatschappij ontstaan. Wij spraken met Henk Nieboer (directeur ECoShape) over de kansen die het concept biedt voor het creëren van klimaat-adaptieve steden en regio’s en hoe overheden op centraal en decentraal niveau hierop op in kunnen spelen.
“Building with Nature is een ijzersterk concept want je maakt daarbij zoveel mogelijk gebruik van diensten die de natuur je biedt. Denk aan zaken als ruimte, transport, absorptievermogen waaruit kansen en mogelijkheden voor talloze projecten ontstaan. Heel veel mensen kennen het fenomeen van de Zandmotor voor de kust van Kijkduin als fraai voorbeeld maar wat velen zich nog onvoldoende realiseren is dat ook decentrale overheden midden in het land vaak hun eigen varianten op zo’n Zandmotor kunnen hebben.”
Dat vereist toelichting. Henk Nieboer vervolgt: “Je hoeft dus geen rivier of zee voor de deur te hebben om gebruik van de natuur te maken rond talloze opgaven. Laat me bij het begin beginnen. De manier waarop we nu werken komt er feitelijk vaak op neer dat we de wereld volbouwen met van alles en nog wat en daarbij de verloren gegane natuurwaarden gaan compenseren. Daarmee creëren we dus geen natuurwinst maar zijn we slechts aan het schuiven en ook nog eens tegen hoge kosten: eigenlijk dus een duur soort stilstand. Bij Building with Nature kun je juist wél meerwaarde maken doordat je ambities rond bijvoorbeeld mobiliteit beter realiseert door de natuur ter plaatse gericht in te zetten en haar gelijktijdig verbetert waar mogelijk.
In het buitenland spreekt men vaak van ‘Nature Based Solutions’ en wellicht dat die naam zaken beter verduidelijkt. Denk bijvoorbeeld aan: groene recreatie, verkoeling in de stad, absorptie van geluid of stof, biodiversiteit, waterberging, koolstofvastlegging, (drink)water voorzieningen. Er kan daarbij aanzienlijk op diverse kosten worden bespaard of juist extra inkomsten in combinatie met andere vormen van waarde/kwaliteit worden gegenereerd en gewerkt worden aan doelen zoals klimaatadaptatie.
Neem ook het recente onderzoek naar bodemdaling: waar gaan we voor kiezen? Moeten we de boeren te hulp schieten en de voedselvoorziening veiligstellen door het grondwaterpeil verder te verlagen of kiezen we juist voor de stad waarin de gebouwen vaak juist gediend zijn bij een hoger waterpeil? Ik stel niet dat Building with Nature meteen een passende oplossing voor alle problemen heeft maar het is wel een uitstekende manier om partijen rondom dit soort problemen of kansen überhaupt bij elkaar aan tafel te brengen. Vaak kent men elkaar nu onvoldoende en we moeten leren omdenken en andere connecties met elkaar aangaan”.
Naast de inhoudelijke mismatches –de spreekwoordelijke ingenieurs versus bijvoorbeeld de economen die een andere kijk op de wereld hebben- hebben we ook te maken met verschillende systemen. Nieboer legt uit: “Je moet weten dat iemand die bij Rijkswaterstaat of bij een waterschap verantwoordelijk is voor bescherming tegen hoog water dat laatste als allerbelangrijkste “deliverable” ziet. Zo iemand zal –terecht- daaraan geen concessies willen doen. Er is daaromheen al meer dan 100 jaar een kosten/baten model opgezet waarin we ons allemaal kunnen vinden. We hebben hier ervaring mee, de voorspelbaarheid is daarmee in de regel groot en dat geeft houvast en is zelfs veelal verder geborgd in wet- en regelgeving. Building with Nature past nog vaak niet 1,2,3 in dit ‘systeem’. De natuur is en blijft deels onvoorspelbaar en dat past daarmee vaak minder goed in de spreadsheets en afspraken die wij met elkaar in onze hoog technologische wereld hanteren waarin alles hard meetbaar en maakbaar moet zijn. Verder ligt de focus van projecten vaak vooral op de realisatiefase en in de regel minder op de beheerfase. Dat wringt dus ook want bij Building with Nature zijn die realisatiekosten vaak lager en de beheerkosten juist weer wat hoger en onze huidige methodieken zijn ook daar nog minder goed op afgestemd. We moeten mensen hierin dus nog meenemen en werken aan het bewijs dat de Building with Nature werkt .”
Is dit concept wat dat betreft dan nog niet een brug te ver? Henk Nieboer vervolgt: “Nee, juist niet. We kunnen bijvoorbeeld niet doorgaan met het dicht blijven plaveien van onze steden. Dat past allemaal dan weliswaar binnen onze deelprojectplanningen en systematiek waar ik het eerder over had, maar we krijgen met elkaar vervolgens wel natte voeten omdat het regenwater niet meer weg kan. We moeten als professionals vanuit de diverse silo’s elkaar dus veel actiever opzoeken want we gaan anders onherroepelijk vast lopen. De beloning is groot: minder kosten, meer natuur, meer kwaliteit dus dat is op zich al een fraaie incentive om verder vanuit de diverse disciplines samen nieuwe, aantoonbaar duurzame en slimme oplossingen te verkennen.”
Op 23 mei a.s. gaan EcoShape, het Hoogwaterbeschermingsprogramma en PPS Netwerk Nederland op het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in Den Haag precies het bovenstaande doen. Professionals die binnen de steden en provincies verantwoordelijk zijn voor de inrichting van de omgeving, bouw en infra en de financiering daarvan, ontmoeten de specialisten uit de water- en natuurwereld om ervaringen uit te wisselen, kansen te verkennen en als mogelijke coalitiepartners te werken aan kwantificering van nieuwe, gemeenschappelijke businessmodellen.